‘Toen ik hier nog niet zo lang woonde, vroegen de mensen mij weleens of ik nou voor Italië of voor Nederland zou juichen. Op dat moment kende men mij duidelijk nog niet zo goed…
Volgens mijn vrouw behoor ik tot de meest fanatieke Oranje-supporters. Volgens haar is het een ziekte. Naast de versieringen in en rondom huis en de oranje kleding, eet ik op wedstrijddagen van het Nederlands elftal alleen met oranje bestek en drink ik alleen uit een oranje glas. Het is niet eens een soort van bijgeloof, het is standaard. Tijdens de wedstrijden vindt ze het prettiger dat ik niet thuis ben omdat ik me niet rustig kan houden.
Voor mij is dit normaal. Ik ben een groot voetbalsupporter en als het Nederlands elftal op een toernooi speelt dan denk ik net als vele andere Nederlanders meteen dat Nederland deze keer WÉL wereldkampioen wordt.
De Italianen praten altijd met veel respect over het Nederlands elftal. Maar uiteindelijk als ze beginnen over hoe vaak wij nou eigenlijk wereldkampioen geworden zijn, ben ik snel uitgekletst: ZERO TITOLI!
Hier in Italië zie je geen blauwgeschilderde huizen, je ziet her en der een Italiaanse vlag wapperen. Hier heerst sowieso elk toernooi een traditioneel pessimisme. De Italianen staan niet vierkant achter hun land. Hier staan de mensen meer achter hun club. Op kantoor zei een Italiaanse college zelfs dat hij voor Brazilië is dit jaar omdat een bepaalde speler van AS Roma niet is opgeroepen door de Italiaanse bondscoach. Ik juich echter gewoon lekker hard als Daley Blind scoort voor het Nederlands elftal, ondanks dat hij van die andere club is.
Er zijn wel wat grote schermen in de steden maar dat is allemaal (zeker in de groepsfase) totaal niet te vergelijken met Nederlandse taferelen. Hier kijken veel mensen onder het genot van een pizza en een klein beetje alcohol.
Maar mocht Italië de achtste finales halen, dan begint het ook hier helemaal te leven. Dan komen er wat meer vlaggen en gaan de mensen vooral na de wedstrijd de straat op, veelal met de auto, om tot diep in de nacht de overwinning te vieren. De Italianen zijn ook wel wat gewend natuurlijk, ze zijn reeds vier keer wereldkampioen geworden. Ikzelf heb dit in 2006 hier meegemaakt:
In 2010 heb ik op het laatste moment veel geld betaald om de finale in Amsterdam met vrienden en vele duizenden andere mensen te zien. Mocht het zover komen dat er een feest zou losbarsten, dan was ik er in ieder geval bij. Dit ondanks het feit dat Marina zeven maanden zwanger was. Daniel zou in ieder geval als wereldkampioen geboren worden.
Nu, vier jaar later, vindt Daniel het ook best leuk om Nederland te kijken met een fanatieke papa. Maar als mensen aan Daniel vragen of hij voor Italië of voor Nederland is, geeft hij als antwoord: ‘Tifo per il Feyenoord’. Een politiek correct antwoord waar papa ook heel blij mee is.
Nu maar zien of we van die zero titoli afkomen dit jaar…’
Reactie schrijven