‘De paus versprak zich een tijdje geleden. Het woord caso sprak hij uit als cazzo. In plaats van het neutrale ‘geval’ sprak hij ineens schuttingtaal. Want hoewel cazzo letterlijk een wat minder fatsoenlijke benaming voor ‘penis’ is, gebruiken veel Italianen cazzo zoals wij in Nederland ‘shit’ zouden zeggen. Een misser die vrij normaal is voor Spaanstaligen.
De paus had snel door dat hij ernaast zat en verbeterde zichzelf. Video’s van deze verspreking deden echter al snel de ronde op YouTube, ondanks de snelle verbetering van ‘dat andere geval’:
Een verspreking in het Italiaans kan dus de beste overkomen. Zelfs de paus, en zelfs mij, haha! Want ik versprak me deze week zelf ook, in de bar waar ik dagelijks kom. Samen met een vriend ging ik even een bakkie koffie doen. Ik nam een caffè al vetro en hij nam een caffè d’orzo. Normaal gesproken ga je eerst bestellen en betalen bij de kassa, waarna je een bonnetje krijgt waarmee je dan aan de bar gaat staan. Maar aangezien wij vaste klanten zijn, gingen we eerst koffie drinken en pas daarna betalen. Ik zei tegen de beste man achter de kassa: ’Devo pagare un caffè al vetro e un caffè d’orso.’ De bijdehante kassier, die me goed kent, begon te lachen en zegt: ‘A Strootman (Nederlandse voetballer van AS Roma), non vendo degli orsi ma comunque sono 1 euro e 90.’
Het kwartje viel meteen. Ik wilde een berenkoffie betalen en geen koffie gemaakt van gebrande gerst. Orso betekent beer; orzo daarentegen is het Italiaanse woord voor gerst. Geen echte koffie dus, en daarom populair als cafeïnevrije vervanger van espresso.
Het was weer eens een foutje in het Italiaans waarmee ik in de maling genomen kon worden. Het gebeurt gelukkig nog maar zelden; tegenwoordig spreek ik vloeiend Italiaans, met een echt Romeinse tongval.
Toen ik nog niet in Italië woonde, heeft mijn vrouw regelmatig in een deuk gelegen door een verspreking. Zo zei ik dat ik ging landen op Chiampino [Kiampino] en niet op Ciampino [Tsiampino]. Ook de uitzonderingen zoals il ginocchio – le ginocchia, la mano – le mani, il problema, il programma, l’uovo – le uova gingen regelmatig fout, maar dat was vrij logisch voor iemand die nooit een studieboek Italiaans heeft opengeslagen.
De leukste episodes – waar ik nog regelmatig aan wordt herinnerd door mijn vrouw – zijn die keer dat we gingen eten in het restaurant Cicci cazzi (totaal geen betekenis maar wel met schuttingtaal) in plaats van Cacio Ceci e Cocci. Ook was ik een keer met het voetbalelftal aan het eten bij Il Cavolino Bianco en niet bij Il Cavallino Bianco. Dus, niet bij ‘Het witte paardje’ maar bij ‘Het witte spruitje’.
Een taal leren gaat met vallen en opstaan. En soms val ik nog, zoals bij de beer in de koffie. Maar gelukkig verkeer ik in goed gezelschap in questo cazzo, eh caso…’
Reactie schrijven